Na een paar dagen kregen we de uitslag en zoals ik in mijn vorige blog al aangaf loog deze er niet om. Sem had de GBS-bacterie. Een bacterie die blijkbaar veel zwangere vrouwen met zich meedragen, maar ik had er nog nooit van gehoord. Doordat ik langdurig gebroken vliezen had, 28 uur, is deze bacterie waarschijnlijk overgegaan naar Sem.

Maar hoe kon het dat ik deze bacterie niet kende, terwijl zoveel zwangere vrouwen hier draagster van zijn? Pas na een aantal dagen durfde ik deze bacterie op te zoeken. Bang voor wat ik zou lezen en wat ik tegen zou komen. Groep-B-streptokokken is een bacterie die één op de vijf zwangere vrouwen bij zich dragen. En ongeveer de helft van de vrouwen die deze streptokokken bij zich dragen, geeft ze tijdens de bevalling door aan hun kind. Van alle pasgeborenen wordt ongeveer één op de duizend ziek door een infectie met GBS. De bacteriën dringen dan ook het lichaam binnen. Het kind kan dan zeer ernstig ziek zijn.

En dat gebeurde bij Sem. Gelukkig wisten de artsen nu waar Sem zo ziek van was, maar hij was dagen later nog altijd in levensgevaar. Hij had torenhoge ontstekingswaarden en echt alles in zijn lijfje werd erdoor aangetast. Sem kreeg sepsis (bloedvergiftiging) en hersenvliesontsteking. Ook de te hoge druk in zijn longetjes kwam hier vandaan.

De dagen daarna bleven we leven tussen hoop en vrees. Het was een ware nachtmerrie. Zelfs zo heftig dat Sem in aanmerking kwam om aan een hart-longmachine (ECMO) gelegd te worden, omdat de middelen op waren. De artsen hadden niet meer mogelijkheden die ze konden inzetten om mijn kleine jongen beter te maken. Maar om aan zo’n machine gelegd te kunnen worden moest hij naar een ziekenhuis in Rotterdam of Nijmegen vervoerd worden en de artsen gaven aan dat hij de rit waarschijnlijk niet zou overleven. Verschrikkelijk! Een ware hel en het was voor de artsen kiezen uit 2 slechte opties.

Ook op dit moment konden we Sem nog altijd niet aanraken, knuffelen en de geborgenheid geven die hij zo nodig had. Uren zat ik langs zijn couveuse in de hoop dat er een wonder zou gebeuren. Want dat hadden we nodig. Ik voelde me naast het verdriet en de onmacht vooral ook heel schuldig. Ik was draagster van deze bacterie en het voelde alsof ik degene was die mijn kindje zo ziek had gemaakt. Ik kon er natuurlijk helemaal niets aan doen, maar in alles voelde ik dat zo.

Steeds vaker hoor en lees ik verhalen van ouders die draagster zijn van deze bacterie. Vaak gaat het naar omstandigheden goed met moeder en kind, maar in sommige gevallen gaat het helemaal mis en kan het zelfs fataal worden. Er moet veel meer bewustwording komen voor deze bacterie die zoveel zwangeren bij zich dragen. In België wordt er al standaard een test uitgevoerd, in Nederland (nog) niet. Ik hoop dat door het delen van mijn verhaal, en de verhalen van andere ouders, GBS meer veel meer bekendheid krijgt!